Het voormalige sanatorium Zonnestraal is één van de meest beroemde jonge monumenten van Nederland en zal binnenkort worden voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. In 1997 is in een samenwerkingsverband met Hubert-Jan Henket architecten en alle Hosper landschapsarchitecten een structuurplan ontwikkeld voor herbestemming. Als gezondheidscentrum met een combinatie van (para-)medische functies gaat het in zekere zin opnieuw om een soort sanatorium, maar dan voor de kwalen van onze tijd – stress, eetstoornissen en cosmetische correcties. In combinatie met een zorgvoorziening in één van de oude paviljoens is het daarmee een nieuwe formule in de geprivatiseerde gezondheidszorg.
Naast afdelingen voor diverse therapieën, dagbehandeling en sportrevalidatie op de begane grond, kent het programma ook seminar- en vergaderfaciliteiten in de bovenzaal. Dit nieuwe programma is zorgvuldig in de oude structuur van het hoofdgebouw ingepast. Het plan omvat een grondige renovatie van de betonconstructies en de stalen glasgevels, waarbij complexe bouwfysische vraagstukken zijn opgelost. Functionaliteit en architectonische waarden zijn daarbij in balans gebracht. Het hoofdgebouw is in de zomer van 2003 voor de nieuwe functies in gebruik genomen. De herbestemming van de overige twee gebouwen van het complex is in voorbereiding.
In de hoofdopzet van het gerestaureerde gebouw zijn de meeste veranderingen conceptueel bescheiden gehouden. Zoveel mogelijk zijn de nieuwe functies ondergebracht in de oorspronkelijke indeling. Waar dit niet tot doelmatige oplossingen kon leiden zijn veranderingen doorgevoerd. Deze zijn binnenin het transparante gebouw gebracht, waardoor ze van buitenaf weinig opvallen.
De volledig uit hardglas geconstrueerde liftschacht vormt een uitzondering. Deze steekt vanuit de hal bij de hoofdingang door het dak heen en wordt buiten naast het cilindervormige hoofdtrappenhuis zichtbaar. In het enkele staalportaal dat de glasconstructie draagt is tevens alle techniek ten behoeve van de glazen lift zelf ondergebracht. De visuele gevolgen van deze ingrijpende toevoeging zijn hiermee geminimaliseerd, zodat deze ondergeschikt blijft aan het historische karakter van het gebouw.
Eén van de oorspronkelijke, ragdunne stalen glasgevels was nog behouden gebleven en is zorgvuldig gerestaureerd. De overige vliesgevels zijn gereconstrueerd uit vergelijkbare stalen raamprofielen en bijzondere glassoorten. De toepassing van monumentaal, ‘getrokken’ glas in isolerende beglazing geldt als een innovatie in de restauratiewereld.
In de congreszaal boven is het bijzondere patroon van twee kleuren linoleum teruggebracht, dat de inrichting van de zaal structureerde. Hiertoe zijn twee kleuren uit het authentieke kleurengamma door ons bureau herontworpen en speciaal geproduceerd. De zaal kan met hardglazen schuifwanden worden onderverdeeld in kleinere vergaderruimten.