Het voormalige kantoor van de British American Tobacco in Sint Jans-Molenbeek te Brussel wordt getransformeerd tot een woongebouw en voorzien van een uitbreiding op het dak. Op het naastgelegen terrein wordt een nieuwbouw appartementen gebouw gerealiseerd met bedrijfsruimte in de plint. De ruimte achter en tussen beide gebouwen is ontworpen als een gemeenschappelijke groene tuin voor de bewoners. In totaal worden er 93 duurzame appartementen gerealiseerd waarvan 30% nul-energiewoningen zijn. Beide gebouwen hebben deels een groen dak en zijn deels voorzien van PV-panelen. In de tuin is een ondergronds reservoir opgenomen om regenwater te bufferen. Dit project doen we samen met twee Belgische architectenbureaus Java Architecten en Trans architectuur en stedenbouw, waarbij WDJA verantwoordelijk is voor de renovatie.
Het volume van het bestaande gebouw wordt uitgebreid. Op het dak van het complex wordt een éénlaagse opbouw met appartementen gerealiseerd. Hiermee vormt het gebouw een natuurlijke overgang tussen het naast gelegen hogere voormalige fabrieksgebouw en de tegenovergelegen lagere woningen. Op het dak van de vierde verdieping is een gemeenschappelijk dakterras met een magnifiek zicht over Brussel. Een andere grote ingreep is, het toevoegen van goed georiënteerde buitenruimte voor elk appartement. Op de begane grond van het complex is er voor gekozen deze deels op te lossen de achterzijde d.m.v. terras of privé tuin grenzend aan de gemeenschappelijke tuin. Enkele diepe woningen op de begane grond zijn voorzien van patio, die er tevens voor zorgt dat en daglicht diep de woning binnendringt. Voor de appartementen op de verdiepingen zijn er balkons met aan de gevel gehangen met een mooie doorgaande ligger de beide koppen van het gebouw met elkaar verbindt. De woningen op de koppen van het gebouw hebben inpandige loggia’s, al dan niet gecombineerd met een balkon. De hoek van het complex is voorzien van ruime stedelijke loft woningen, met wijds uitzicht over de stad.
Om zoveel mogelijk van het bestaande gebouw te behouden, zijn naast de betonnen draagconstructie en de kelder ook de bestaande trappenhuizen bewaard gebleven en worden deze hergebruikt als ontsluiting van de woningen. Daarnaast wordt elke portiek voorzien van een lift. De oorspronkelijke jaren ’40 plint in het Belgische blauwe hardsteen blijft zoveel mogelijk gehandhaafd, door de raamopeningen in de plint te vergroten komt er voldoende daglicht te in de woningen. En elk portiek krijgt een uitnodigende entree aan de straatzijde met een grote glazen pui zodat ook in de entree hallen voldoende daglicht binnen komt. De groene zone aan de straatzijde zorgt voor voldoende privacy voor de appartementen op de begane grond.