Het Technische Scholencomplex in Groningen (arch. Wiebenga en Van der Vlugt, 1922) geldt als het vroegste voorbeeld van moderne architectuur in Nederland. Vanaf 1998 is dit Rijksmonument stapsgewijs in gebruik genomen door de Gamma Faculteit van de Hanzehogeschool.
Gemeenschappelijke en grootschalige voorzieningen die moeilijk inpasbaar waren, zoals mediatheek, sportzaal, twee collegezalen, restaurant en winkel, zijn ondergebracht in de naoorlogse uitbreidingen. Deze hebben door een radicale renovatie een eigentijdse en uitnodigende verschijningsvorm gekregen. Vanuit het nieuwe restaurant overziet men de rustige binnentuin met de monumentale gebouwen als decor.
Op stedenbouwkundige ontwikkelingen in de omgeving is gereageerd door het verleggen van de hoofdingang naar deze kant. De interne logistiek is vanuit dit bouwdeel opgezet. Studenten verdelen zich van hieruit over de eerste verdieping naar de diverse onderwijsruimten in de beide oorspronkelijke vleugels zonder dat grote wijzigingen in de historische gebouwen nodig waren.
In het complex is de centrale computer van de Hanzehogeschool opgesteld. Een dubbel Intranet en systemen voor data, IT en ICT zijn in het monumentale complex naadloos ingepast. Uiteraard zijn ook ventilatie, ruimte-akoestiek, lichtwering en verlichting op een hedendaags niveau gebracht.