Pakhuis Santos op Katendrecht in Rotterdam, van architecten Kanters en Stok uit 1902, is een prachtig voorbeeld van pakhuisarchitectuur uit uit een tijd toen de Rotterdamse haven volop in opbouw en ontwikkeling was. Rijk uitgewerkte gevels en een technologisch vooruitstrevende draagstructuur, een heldere hoofdvorm met een eerlijk materiaalgebruik zijn grotendeels nog gaaf aanwezig.
Van design-warenhuis naar Nederlands Fotomuseum, programma
In opdracht van het Duitse stilwerk is het al jaren leegstaande pakhuis in eerste instantie getransformeerd tot de eerste vestiging van het design-warenhuis in Nederland.
In de zomer van 2023 heeft het Nederlands Fotomuseum met steun van Stichting Droom en Daad Pakhuis Santos aangekocht.
Een vrij toegankelijke doorwaadbare begane grond huisvest entreegebied, café, museumwinkel, bibliotheek en een ‘vrijhaven’ waar openingen, manifestaties, debatten enz. gaan plaatsvinden. In het souterrain met onderwijsruimten en doka. Op de bestaande verdiepingen wordt de collectie bewaard in het (kijk-)depot en komen de zalen voor tentoonstellingen. Op de nieuwe zesde verdieping worden de kantoren voor de staf ingericht, naast een restaurant. De zevende verdieping huisvest 16 shortstay-appartementen.
Eind 2025 opent het Nederlands museum zijn deuren in het gerestaureerde en getransformeerde Rijksmonument.
Transformatie van een pakhuis op Katendrecht
We kozen bij de transformatie voor een duidelijke afleesbaarheid tussen geschiedenis en nieuwe ingrepen. Het pakhuis is op het bestaande dak met twee lagen uitgebreid, vormgegeven als een sculpturale kroon die boven het gebouw lijkt te zweven.
De transformatie-opgave bestond vooral uit de vraag hoe het gesloten en sombere gebouw voor iedereen ‘open’ en uitnodigend gemaakt kon worden. Een nieuwe vide die in het hart van het gebouw monument en nieuwbouw zowel ruimtelijk als functioneel met elkaar verbindt brengt daglicht naar beneden. Het donkere interieur wordt licht en de vide biedt ruimte voor een trappartij van begane grond tot en met de zevende verdieping, die samen met de liften de hoofdcirculatie tussen alle verdiepingen en functies vormt. De ingreep maakt zowel het nieuwe gebruik mogelijk als de ‘bouwkunst’ van het gebouw voor het eerst in één oogopslag duidelijk afleesbaar. Doordat de vloeropeningen en de trappen iets verspringen ontstaat er een subtiel verschil tussen de verdiepingen, wat benadrukt dat er sprake is van een nieuwe ingreep in de oorspronkelijke structuur met haar strakke ritme. De vide is gemaakt met behoud van de gietijzeren kolommen en ijzeren balken en door het wegnemen van vloerbalken en vloerbeschot in de middelste vier vloervelden.
Monumentale onderdelen en een nieuwe dakopbouw
Een aantal bijzondere monumentale onderdelen van het pakhuis blijven as-it-is bewaard als herinnering aan het oorspronkelijk gebruik: de scheidingswand tussen het extra beveiligde entrepot en het ´gewone´ pakhuis in gewapend beton volgens het Hennebique-systeem, trappenhuizen aan noord- en zuidgevel en het baaskantoortje, oorspronkelijk de enige afgesloten ruimte in het pakhuis.
Van het oorspronkelijke uitgebreide daklandschap met lierhuizen, liftopbouw, sheddak met dakkapellen en uitgebreide naamsvermelding richting Rijnhaven was enkel een kaal sheddak over. Het nieuwe dakvolume is een toevoeging met een hedendaags karakter en brengt een nieuw daklandschap als 5e gevel terug. Oude en nieuwe gebouwstructuren raken elkaar niet maar benadrukken elkaar juist in hun contrast van massieve kracht vs. transparante lichtheid. De kroon is een gevouwen volume waarbij de hoge punten zich precies in de verticale middenassen van de laadluiken en voormalige lierhuisjes bevinden. De twee zijgevels aan de oost- en westzijde zijn rustiger, vergelijkbaar met het oude gebouw. Rondom de terugliggende 6de verdieping is een omloop gecreëerd met vrij uitzicht over Rotterdam en de Rijnhaven.
De ‘huid’ van de kroon is ontworpen als een semi-transparante, geperforeerde aluminium huid met een afwisseling in dichtheid van perforaties en driehoekige elementen die ruimtelijk op afstand een diepte-effect oplevert.
Duurzaamheid, gevels en comfort
Karakteristiek voor de standaardverdiepingen zijn de uitgestrekte kale vloeroppervlakken met een houten balken/vloerdelen plafond, oorspronkelijk nagenoeg zonder installaties. Een beeld dat zoveel mogelijk is behouden. Ook de pure en rauwe uitstraling van de bestaande metselwerkgevels in het interieur zijn behouden door deze niet na te isoleren. Tegelijk worden hiermee geen vochtrisico’s geïntroduceerd ter plaatse van de oplegging van stalen en houten balken in de buitenwanden. De gevelopeningen, oorspronkelijk afgesloten met alleen laaddeuren en luiken, zijn voorzien van houten achterzetkozijnen met isolerende beglazing. De naar binnen draaiende laaddeuren zijn iets naar binnen geplaatst, zichtbaar in het interieurbeeld en desgewenst te sluiten om tentoonstellingsruimten deels te verduisteren. Waar nog aanwezig zijn de naar buiten draaiende raamluiken in een open stand gefixeerd. De dynamiek en bedrijvigheid die het laden en lossen ooit kenmerkte blijft hiermee zichtbaar in het gevelbeeld.
Ook het ruwe beeld van de stalen constructie en bovenliggende houten balken is behouden door de installaties waar dat mogelijk was tussen de balken aan te brengen. In de nieuwe dekvloeren is vloerverwarming opgenomen, aangesloten op de stadsverwarming. Het gebouw is volledig gasvrij.
Het rijksmonument Pakhuis Santos is met zijn uitstraling een blijvende herinnering aan het havenverleden van Katendrecht en zal als Nederlands Fotomuseum een baken vormen op Katendrecht.