De voormalige militaire Leopoldskazerne is altijd een hermetisch gesloten bouwblok geweest. De herbestemming geeft het complex een nieuwe toekomst met respect voor het verleden. Het masterplan voorziet in een open stedenbouwkundige figuur met verbindingen naar het naastgelegen Citadelpark, de culturele instellingen in het Kunstenkwartier en de binnenstad.
Het gemengd stedelijk programma met Provinciehuis, onderwijsinstellingen, een kunstacademie, woningen en een openbaar park maakt van de kazerne een echte stedelijke plek met behoud van het bijzondere historische karakter.
Uitgangspunt voor de herontwikkeling van de site is maximaal behoud van de belangrijkste (cultuur-) historische kenmerken van het complex. In aanvulling op het behoud van de hoofdopzet van het ensemble kiezen we ervoor om een extra laag toe te voegen. Dit nieuwe daklandschap volgt de symmetrie en hiërarchie van de kazerne met een hoofdrol voor het Provinciehuis. De daken van de hoekgebouwen en de markante centrale daken van de vier hoofdgebouwen worden juist behouden.
Het Provinciehuis vormt een schakelpunt op de site. De raadzaal springt als uitgesproken dakvolume net uit de centrale as en een royale toegang aan de Charles de Kerchovelaan geven het complex een sterke eigen identiteit. Herkenbaar als scharnierpunt op de site: Een open huis als ontmoetingsplek in de stad.
Onder het centrale plein wordt een tweelaagse parkeergarage voorzien waarin ook het laden en lossen in wordt opgelost om achterkanten in het alzijdige stedelijke blok te vermijden. Een groen plein in het hart van het ensemble wordt door een extra verdiepte constructie gerealiseerd. Het open en ongedefinieerde karakter van het binnenplein maakt deze publiek toegankelijke ruimte uitermate geschikt voor meervoudig gebruik. Door het programmeren van diverse functies met verschillende doelgroepen en het introduceren van een alternatieve openbare route dwars door de site heen wordt de zichtbaarheid van het erfgoed versterkt.
De kunstenschool – het HISK – wordt ondergebracht aan de overzijde van het plein. Ruime ateliers en expositieruimten maken hier optimaal gebruik van de bestaande gebouwstructuur en expressieve dakconstructie.
Aan de lange zijden van het plein worden de voormalige logiesgebouwen getransformeerd tot kwalitatief hoogwaardige appartementen met riante buitenruimten. De voormalige paardenstallen en bijgebouwen, die als lagere gebouwen de overgang naar de omliggende stad vormen krijgen ook een nieuwe woonbestemming. Ook hier krijgen de daken een nieuwe expressie die in de woningen een sterk ruimtelijk karakter opleveren.